Hud 38-45, de Heilige Koran (Djuz'-12, Pagina-226)

Hud: 11/Hud-38, 11/Hud-39, 11/Hud-40, 11/Hud-41, 11/Hud-42, 11/Hud-43, 11/Hud-44, 11/Hud-45, de Heilige Koran, Djuz'-12, Pagina-226, Hud 38-45
direction_left
direction_right
Luister Koran: 11/Hud-38
11/Hud-38: En hij bouwde het schip en telkens wanneer de vooraanstaanden van zijn volk voor bij kwamen, bespotten zij hem. Hij zei: "Als jullie ons bespotten: voorwaar, dan zullen wij jullie later bespotten, zoals jullie ons (nu) bespotten."
Luister Koran: 11/Hud-39
11/Hud-39: Jullie zullen het weten komen, tot wie de bestraffing komt die hem vernedert. En een blijvende bestraffing komt op hen neer.
Luister Koran: 11/Hud-40
11/Hud-40: Totdat, toen Ons bevel (om hen te vernietigen) kwam, en de oven overkookte. En Wij zeiden: "Laad het (schip) met twee van elke soort, en jouw familie, behalve hen voor wie het woord (van bestraffing) reeds is voorafgegaan. En degene die gelooft. En niemand geloofde met ten, behalve enkelen.
Luister Koran: 11/Hud-41
11/Hud-41: En hij (Nôeh) zei: "Ga aan boord, (en zeg:) "Bismillahi madjréha wa moersahâ" (In de Naam van Allah vaart zij haar koers en gaat zij voor anker.) Voorwaar, mijn Heer is zeker Vergevensgezind, Meest Barmbartig'.
Luister Koran: 11/Hud-42
11/Hud-42: En zij vaude met hen uit, op golven zo hoog als bergen, en Nôeh riep tot zijn zoon die alleen (op het land) stond: 'O mijn zoon, kom bij ons aan boord en behoor niet tot de ongelovigen."
Luister Koran: 11/Hud-43
11/Hud-43: Hij zei: "Ik zal een schuilplaats zoeken in de bergen die mij tegen het water zal beschernen." Hij (Nôeh) zei: "Op deze dag is er geen bescherming tegen het bevel van AlIah, behalve voor wie Hij begenadigt." En de golven scheidden hen en bij behoorde tot de verdronkenen.
Luister Koran: 11/Hud-44
11/Hud-44: En er werd gezegd: "O aarde, slikje water in," en: "O hemel, droog op." En het water trok zich terug. En het bevel was uitgevoerd. En het schip ging voor anker bij de berg Djôedy. En er werd gezegd: "Verdoemd is het onrechtplegende volk."
Luister Koran: 11/Hud-45
11/Hud-45: En Nôeh riep tot zijn Heer, hij zei: "O mijn Heer, voorwaar, mijn zoon behoort tot mijin familie, en voorwaar, Uw belofte is de Waarheid. En U bent de Rechtvaardigste der Rechters."
Kies een Voordrager om te beginnen met luisteren de Heilige Koran.
de Heilige Koran » »
Sponsor Links: